Kriebelende wijn

Niets fijner dan buiten zitten. Zolang het weer het toestaat natuurlijk, want als de koffie uit mijn kopje waait is de lol er snel af. Je kunt me dus vinden op het achterdek van de boot, op het terras van een huis of op het balkonnetje van een hotel.

Daarom boek ik in het Atlanta hotel in Bangkok ook altijd een eenvoudige kamer met ‘cul-de-sac’ zoals ze het balkon noemen. Op mijn plastic stoeltje kijk ik dan uit op de doodlopende straat en spot zelfs af en toe een eekhoorntje die over de elektriciteitskabels huppelt.

Met m’n ereader en een kartonnen bekertje met Spaanse wijn installeerde ik me de eerste avond tevreden op voornoemd kuipstoeltje. De enige verlichting kwam van de straatlantaarns beneden me, dus het was flink schemerig. Ik pakte mijn bekertje van de vloer en wilde een slokje wijn nemen.

Er kriebelde wat aan mijn lip…

Geschrokken zwiepte ik mijn beker opzij en ja hoor… wijn over mijn hand, op mijn (voornamelijk witte) rok en op de grond. Getver, nou voelde ik ook gekriebel op mijn pols! In één vloeiende beweging kwam ik overeind en gooide mijn slaapkamer deur open. In het felle licht zag ik een kakkerlak van zo’n 5 centimeter van de crime scene weglopen…

Hoogstwaarschijnlijk zwaar teleurgesteld omdat ie geen druppel wijn had kunnen drinken. En bovendien werd hij zonder pardon van het balkon afgesjoeld door een zwaai met het enorme kunststof label waar mijn kamernummer in gestanst staat. I did not make his day.

Maar ik liet me niet kisten. Razendsnel waste ik met een stukje hotelzeep de rode wijn uit mijn rok, spoelde het balkon schoon, pakte een schoon bekertje en vulde ‘t opnieuw. Misschien liet ik me tóch een beetje kisten, want ik las mijn boek verder op mijn bed….