Español

Het leuke van niet al te chique accommodaties is dat je snel contact hebt met andere reizigers c.q. backpackers. Iemand vraagt om een vuurtje, schuift aan en je hebt zo een gesprek van een uur achter de kiezen. Of, als in een piepklein restaurantje nog maar één zitplaats is, ga je gewoon op die plastic kruk zitten. Geen probleem. English, Deutsch, español of gewoon Hollands…

Een thuisbasis

In Bangkok kies ik voor het Atlanta Hotel. Gemoedelijk, betaalbaar en ‘sextourists not welcome’. Veel gasten gebruiken dit hotel als thuisbasis. Je laat gewoon je grote koffer achter een balie staan en je gaat met handbagage in één van die leuke tassen een paar dagen op reis. Ook hier zijn de meeste reizigers sociaal en knopen een praatje aan.

Voor mijn reis naar Chiang Mai had ik gekozen voor het backpack hotel, waar ik tien jaar geleden een aantal dagen logeerde. Toen barstte het daar van de jongelui met enorme rugzakken. Maar nu trof ik een andere sfeer… Tientallen Engelse nufjes, die na (of tijdens) de studie met papa’s centjes op zak reisden. De één nog hipper uitgedost dan de ander. Luidruchtig ook, net als hun boyfriends. Ik voelde me best oud…

Si, si…

Gelukkig raakte ik op het station in gesprek met een Spaans stel. Of we een tuktuk konden delen. Tuurlijk! Ze volgden mij naar het backpack hotel en besloten een aantal dagen te blijven. We hebben ‘s avonds met elkaar over de Night Market geslenterd en daarna een paar Leo’s achterover geslagen.

Anna sprak aardig Engels, met af en toe een Spaans woord er tussen door. En vaak ‘si, si…’ Daniels Engelse vocabulaire daarentegen is net zo uitgebreid als mijn Thaise. Met een hoop handgebaren en geluiden probeerde hij te vertellen. ‘Three chicco’s on marketplace do tssss tssss and pff pff. You understand?’ Eh… nee dus. Ik spreek (nog) geen español.

Omdat het voor hen de eerste keer in Chiang Mai was vroegen ze me ‘t hemd van het lijf en volgden praktisch elk advies op. De avond daarna spraken we om 20.00 uur af bij de North Gate van het oude centrum. Ik nam ze mee naar een restaurant in een achteraf straatje. Je kunt hier fantastisch eten. Ik moest maar drie gerechten kiezen, die we zouden delen. De Massamancurry stond met stip op numero uno.

Een tikkie besmuikt zei Anna: ‘Oh, we are sticky. Where ever Margaret goes, we go’. Well, I don’t mind…