mijn cubaanse bedjes (cienfuegos)

Met wijde armgebaren en gepaste trots wees Amed ons onderweg op de ‘nacional…’ en de ‘nacional…’. Onze lokale gids was duidelijk opgegroeid in het Cuba van Fidel Castro. Eerder schreef ik al dat ’58-’63 voor de Cubanen net zo’n belangrijke periode was als ons ’40-’45. Dictator Batista werd toen namelijk weggebonjourd. Fidel en el Che waren de nationale helden en luidden het communistisch/socialistisch tijdperk in.

Dat betekent dat de duvel en z’n ouwe moer van de staat is

Ook hotels, winkels, auto’s… De gemiddelde Cubaan verdient een habbekrats, maar krijgt van de staat onderwijs, zorg en een stapel voedselbonnen die in staatswinkels te besteden zijn.

In die supermarkten is trouwens beroerd weinig variatie te vinden. Het zijn verdrietig uitziende winkels met schappen vol rijst, bonen en olie. Chapeau voor iedereen die toch een smakelijk maal op tafel kan zetten!

Tijdens onze rondreis door West Cuba logeerden wij dan ook in staatshotels. Een tikkeltje vergane glorie, maar uitstekend te doen. Goeie bedden, warm water uit de kraan en een aardig ontbijtbuffet.

De buschauffeur was al druk bezig onze koffers uit te laden bij het tweede hotel toen bleek dat ’t overboekt was. Het nationale volleybalteam was te gast in dit jaren ’70 hotel. Gelukkig, het hotelpersoneel was zo attent om voor ons alvast een ander hotel in Pinar del Rio te reserveren. Aj, wat was dat mooi! Met de grandeur van ’t begin van de vorige eeuw. Hoge plafonds met fraaie ornamenten, sierlijk bewerkte trappen en dito deuren. Ik voelde me een prinses…

Djoser heeft voor een leuke variatie in accommodaties gezorgd. Na twee hotels bleek onze derde stek uit vrolijk gekleurde bungalowtjes in Cienfuegos te bestaan. Ook van de staat natuurlijk.

En onze vierde logeerpartij was bijzonder, we sliepen namelijk een paar nachtjes in casas particulares. Bij mensen thuis dus. Samen met Wil en Nicole kwam ik terecht bij een lief gezinnetje. Ouders, twee peuters én opa en oma natuurlijk. Plus overal schommelstoelen! De groep viel hierdoor een beetje uit elkaar, maar we liepen elkaar regelmatig in de binnenstad van Trinidad tegen ’t lijf.

Maar dan onze laatste twee nachten…

Lekker uitrusten van alle indrukken in een all-inclusive staatsresort aan ’t strand. Nou, dat viel tegen! Binnen een kwartier na het inchecken stond de halve groep al bij de receptie. Geen licht (lees geen peertje) in de badkamer, de schuifpui kon niet open, de airco stond op 15 graden en daar bleef ie. Of de airco deed ’t helemaal niet. De buitendeur sloot niet. Na veel overleg zag ik de één na de ander met koffers zeulen om een andere kamer te betrekken.

Ik had maar een paar kleine mankementjes in mijn kamer kunnen ontdekken, dus ik verkaste niet naar één van de andere Cubaanse bedjes. Maar man… het bed was dan wel twee meter breed, maar ik moest richting het midden schuiven om niet op de hobbels te liggen!

Met een spuuglelijk neonroze all-inclusive armbandje bestelden we aan de bar onze drankjes. Hmm.. de o zo lekkere piña colada’s? De fantastische mojito’s die we eerder dronken? Nou, die waren hier ver te zoeken. Een drupje rum, aangevuld met ananassap uit een machine moest doorgaan voor de piña. Jammer joh, de munt voor een mojito was op. De koffie was echt heerlijk, dat gelukkig wel. Maar dan alleen aan de bar, in de ontbijtzaal was de machine kaduuk.

En toch mocht dit alles, samen met de regen die deze twee dagen met bakken uit de hemel kwam, de pret niet drukken. We hebben gezellig met z’n allen gemopperd en zagen er toch de lol wel van in. Ik kan oprecht zeggen dat ik een geweldige vakantie heb gehad. Thanks hele groep, dank Yoah, gracias Amed!