Es Védra

We varen rond Ibiza. We liggen in prachtige baaien bij San Antonio, Ibiza stad en varen langs het beruchte Es Védra.

Time flies… De eerste week van ons ‘rondje Ibiza’ is alweer voorbij. De groepsdynamiek is uitstekend. Iedereen heeft z’n eigen ritme, we lezen wat, babbelen en lachen. ‘s Avonds zitten we met elkaar aan tafel en eten porties waar een flinke legereenheid niet aan kan tippen. (lees het blog Ibiza here we come maar eens…) Tussendoor nippen we gelukzalig aan limoncello, een biertje of een lekker glas wijn.

Hippie winkeltjes!

We varen van baai naar baai. Als het anker is uitgegooid, wordt er gezwommen, knopen we de sup aan het rubber bootje of gaan in diezelfde dingy de kust verkennen. In San Antonio stapten we aan land en struinden alle winkeltjes af in dit super toeristische stadje. Vandaag varen we weer een stukje tot aan een baai voor Ibiza Stad. De girls (inclusief mijzelf uiteraard) kijken reikhalzend uit naar nóg meer hippie winkeltjes. Lekker slenteren en aansluitend met onze aankopen op een terrasje neerstrijken. Not bad at all…

Wel eens van Es Védra gehoord?

Dit onbewoonde eilandje barst van de legendes. Er wordt gefluisterd dat Homerus hier verleid werd door de sirenen. Maar ook dat deze megarots het uiterste puntje is de verdwenen stad Atlantis. Of dat het een geheime UFO-basis is. Een hardnekkig gerucht is dat zodra je het eiland aanraakt, je krankzinnig wordt…

Bewezen is wel dat ‘t de derde meest magnetische spot ter aarde is. In elk geval heeft het eiland een magnetische aantrekking op die-hard hippies, die ademloos naar de zonsondergang bij Es Védra kijken. Vurig hopend dat de mystiek van het eiland hen ook raakt.

Natuurlijk wilde een aantal van ons aan land op deze mystieke lava klomp. Ik paste vriendelijk. Na een uurtje kwamen ze opgetogen terug. Silvie had zelfs een piepkleine kiezel als herinnering meegenomen. Kleinzoon Max’ vriendin Kim appte haar moeder enthousiast en vertelde haar ook het verhaal dat je gek wordt op dit eiland. Mams tikte nuchter terug: ‘Oh, dat verschil gaan wij niet merken, hoor…’