Terwijl ik dit schrijf, vliegen we op een hoogte van 10.363 meter.

Over ruim 2 uur landen we op Schiphol. Later dan gepland, we schijnen stevige tegenwind te hebben. De afgelopen 10 heb ik fijn kunnen zitten zoals ik wil. Een beetje schuin, lekker mijn armen breed op de leuning. De stoel naast me is namelijk vrij.

Dat was op de heenreis wel anders. Ik had zoals altijd een window seat gevraagd. Okay, het is een gedoe om naar het toilet te gaan. Er moeten twee mensen voor je opstaan, of je klautert over slapende passagiers heen. Maar het blijft leuk om uit het raampje te kijken én ik kan lekker tegen de wand leunen. Nou, dat was nodig! Naast me zat een man, die zich er niet voor schaamde álle leuningen te gebruiken. De gangpad-zitter had ook aardig last van ‘m.

Zo af en toe porde ik met mijn spitse ellenboog zijn arm van de tussenleuning, zodat ie toch noodgedwongen terrein moest geven. Echt, ik ben best een aardige vrouw, maar er zijn grenzen! Hij snurkte als een malle. Gelukkig keek ik naar een steengoeie film met oordopjes in. Op vol volume.

Terwijl ik later met gekruiste enkels op mijn eigen kleine plekje relaxed mijn boek las, kreeg hij het idee om wijdbeenser te gaan zitten. Hij gooide zowel bij mij als bij de gangpad-zitter een witte sneaker onder de voorstoel. Daar waren we dus niet van gediend. Alsof het afgesproken werk was, schoven we tegelijkertijd z’n sportschoen terug naar zijn eigen plek.

Ik geniet altijd ontzettend van de maaltijden in een vliegtuig.

Een pietepeuterig dienblad met een bakje salade, een schaaltje ‘would you like chicken or beef?’, een broodje, een toetje. Met kabouterbestek en een schattig flesje wijn. Maar mijn buurman maakte ‘t me nogal lastig om te eten. Ik werd er onhandig van. Aj, daar ging mijn mes. Gelukkig aan de raamkant zodat ik er toch nog bij kon. Oeps, klontje boter belandde niet op mijn broodje maar rolde richting dessert. En nog meer van dit gekluns.

Deze passagier was duidelijk niet in de wieg gelegd om hints te begrijpen. Tijd voor plan B… Met strenge blik meldde ik: ‘Sir, I would like to enjoy my meal. And my space!’ (Meneer, ik wil van mijn eten genieten. En van mijn ruimte!) Joehoe, dat werkte!

Plan B was dus zo gek nog niet… Een mooie les in assertiviteit voor me!