Op de Thaise luchthaven

Met zo’n centimeter aan documenten (en in mijn handbagage nog een ‘schaduwarchief’ van wel 3 cm dik) stond ik vrijdag bij de incheckbalie van Qatar Airways op Schiphol. Met kloppend hart en klamme handjes. Vurig hopend dat ik écht alle benodigde papieren had om mijn reis naar Thailand te ondernemen. De vriendelijke grondstewardess bekeek alles grondig en glimlachte naar me. ‘Goed hoor, alles is in orde’ en gaf me de felbegeerde instapkaarten. Maar hoe zou ‘t op de Thaise luchthaven gaan…?

.

Achter de douane gaf Schiphol een troosteloze aanblik. Op een enkel restaurant en food winkel na was alles potdicht. Zo bruisend als het altijd is, zo stil en leeg was het nu.

Hetzelfde paperassen ritueel herhaalde zich op Hamad International Airport in Doha
.
Omdat beide vliegtuigen maar voor zo’n 20% vol zaten, had ik twee keer fijn drie stoelen voor mezelf. Met m’n benen over de stoelen gedrapeerd heb ik mijn boek uitgelezen en daarna heb ik zelfs opgekruld nog een paar uurtjes geslapen. Dit alles, in combinatie met lekker eten op kabouter bordjes en met dito bestek vloog de tijd voorbij en zette de landing al in voor ik er erg in had.
.
Op de Thaise luchthaven Suvarnabhumi Airport in Bangkok verliep het uitstappen heel geordend. Geen geduw, gepor of tassen uit de handbagage vakken die maar nét je hoofd misten. Eenmaal uit het vliegtuig liepen we in een ordelijke sliert naar de Immigration, keurig op anderhalve meter afstand van elkaar. In de lange gang stonden stoeltjes op een rij, waar we moesten gaan zitten. Het personeel was van top tot teen ingepakt in wegwerp overalls, maskers en handschoenen. Of je een ruimtestation binnen liep! Mijn Q8 formulier werd nauwkeurig bestudeerd en voorzien van een stickertje. Vervolgens moest ik mijn voorhoofd bij een apparaat houden. Op de display verscheen mijn temperatuur, 36,9 graden.
.
En hup, naar het volgende loket, waar mijn Q8 werd voorzien van kleurige stempels
.
De volgende controle vond plaats in de Immigration hal, nog vóór de douane. Mijn volle centimeter aan documenten werd nog ’s grondig geïnspecteerd. En voorzien van parafen en nog meer stempels. De paspoortcontrole was hierna een fluitje van een cent. Vanzelfsprekend lag mijn koffer al op de bagageband en ik sjorde ‘m op een karretje om door de poorten ‘nothing to declare’ te lopen. Petje af voor de goede organisatie op de luchthaven Suvarnabhumi in Bangkok!
.
Daar stond ik dan… aan de zo vurig gewenste zijde van de Thaise luchthaven! Een in papieren overal en rubberlaarzen geklede man wapperde met het bordje ‘Amber Hotel’ en ik wapperde vrolijk terug. De slimmerik adviseerde me nog even naar de wc te gaan omdat we een rit van twee uur voor de boeg hadden. Een stop bij de lange ventweg met tientallen restaurantjes halverwege het traject zat er jammer genoeg niet in…
.
Hoe het inchecken in mijn quarantaine hotel verliep, vertel ik uitgebreid in mijn volgende blog. Q3 dus…